Lieve echo. Ik hoor je. Ik hoor je harder dan ik je ooit heb gehoord. Ik voel je. Ik voel je meer dan dat ik je ooit heb gevoeld. Ik voel je verdriet. Ik voel je woede. Ik voel je onbegrip.
Ik doe mijn ogen dicht, neem een diepe ademhaling, en zeg: “kom maar hier, kom maar even bij mij zitten, want ik voel je.” Ik hoor je zuchten. Ik hoor je steunen. Ik hoor je huilen. Ik hoor je schreeuwen. Ik hoor jouw onbegrip: Het mag niet, het kan niet! Ik hoor jouw vragen: Wat nou als dit nooit meer goed komt? Ik hoor jouw oordelen: Jij bent niet goed genoeg. Jij zult nooit goed genoeg zijn….. Jij moet. Jij wilt. Jij doet. Jij gaat. Jij raast. Door, en door. Lieve echo, Ik hoor je.
Ik neem nog eens een diepe ademhaling, en zeg: “kom nou maar hier, kom nou maar even bij mij zitten, want ik voel je.” Ik hoor jouw woorden galmen, in mijn hoofd. Intens en echt. Ik voel de spanning fysiek in mijn lijf. Intens en echt. Het is er, deze situatie is er, en het hoort nu bij ons. Misschien had ik het nodig? Misschien had jij het nodig? Misschien hadden wij het samen nodig? Dus wees maar boos, wees maar verdrietig. Voel de pijn, Voel het verdriet. Voel. Het mag.
Zullen we samen voelen. En zullen we daarna zonder oordeel, samen met liefde kijken naar de storm de nu raast in ons lijf? Naar de behoefte die nu spreekt bij ons van binnen? Want als je leert anders te kijken, naar al dat wat zich aandient in je leven. Dan zul je zien dat de pijnlijke momenten, de meest waardevolle momenten in je leven kunnen zijn. Ze helpen je te groeien. Ze leren je te voelen. Ze helpen je te doorbreken. Ze leren je te kiezen, kiezen voor jouw eigen geluk.
Dus blijf maar hier, blijf nog maar heel even bij me zitten. Ik hoor je. Ik voel je. En het is goed zo. Echt goed zo.